September 2006: Vanuit het nieuwe Berghaus Hohsaas (3101m) lopen we weggesmolten stukken skipiste naar de Triftgletscher. Aldaar gaan de stijgijzers onder, gaan we aan het touw en starten we wat een prachtige tour zal worden. De gletscher hangt letterlijk over een afgrond en we touren zigzag door een stijl en indrukwekkend spletengebied. Er is een kniediep spoor van andere touwgroepen, de route is dus niet moeilijk te vinden. Zonder die sporen hadden we nooit een veilige route gevonden door het labyrint van spleten.
Als we er door zijn (een kleine 500 hoogtemeters), volgt een lange, niet al te steile helling naar de top. Het een kwestie van oppassen voor de wächten en doorstampen. Om een uur of twaalf zijn we boven; lunchtijd.
We gaan door dezelfde route terug. De sneeuw is al wat zompig door de zon. We komen nog gidsen met groepen toeristen tegen. Magere uitrustingen, hinkende stakkers, en nog zeker een uur stijgen te gaan. Eigenlijk is dat gekkenwerk.
Door het steile deel van de gletscher gaan we uiterst behoedzaam; de zachte sneeuw en dito sneeuwbruggetjes vereisen dat. Lager op de Triftgletscher besluiten we de kortse weg te nemen: rechtdoor. We springen over aanzienlijke spleten (schietgebedje, aanloopje, niet in je eigen touw verstrikt raken, ijzers in het ijs aan de overkant, niet achterover vallen) en vergapen ons aan de geweldige structuren van een uitgeaperde gletscher.
Vierduizender nummer 6: hebbes!